Tender Valorisatie 2022
Actueel
Als regio Noord-Nederland hebben we een gezamenlijke innovatiestrategie. Dit noemen we de RIS3. De RIS3 kent vier transities die kansen én bedreigingen bieden voor het bedrijfsleven. Dit zijn de volgende:
- Van lineaire naar een circulaire economie;
- Van fossiele naar hernieuwbare energie;
- Van zorg naar duurzame gezondheid;
- Van analoog naar digitaal.
De transities zijn geen doel op zich, maar bieden kansen voor een duurzame en brede welvaart. Om deze kansen te benutten, is ondernemerschap nodig: van de regio als geheel. Iedereen kan daaraan een bijdrage leveren: van ondernemers tot burgers, van onderwijs- en kennisinstellingen tot clusters en netwerken.
De vier transities komen terug in het nieuwe EFRO-programma én in de Tender Valorisatie 2022. Een project dat een aanvraag Tender Valorisatie 2022 doet, moet dan ook een duidelijke koppeling met in ieder geval één van deze vier transities hebben.
Lees meer over de RIS3 op de pagina RIS3: strategie voor het noorden.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een klein en een groot project.
- Wanneer je tussen de € 50.000 en € 200.000 subsidie aanvraagt voor jouw project, zien wij dit als klein project.
- Een project dat tussen de € 250.000 en € 600.000 subsidie aanvraagt, zien we als groot project.
Per projectpartner geldt een maximum subsidiebedrag. Voor een klein project kun je maximaal € 125.000 per projectpartner ontvangen. Voor een groot project is dat bedrag € 400.000.
Voorbeeldsituaties:
- Bij een project van € 750.000 met één projectpartner ontvangt de projectpartner maximaal 25% subsidie. Dit komt neer op € 187.500. Dit is een klein project. Het maximale subsidiebedrag bij een klein project is € 125.000 per projectpartner. Daarom wordt € 125.000 subsidie verstrekt, en niet € 187.500.
- Bij een project van € 750.000 met twee projectpartners ontvangen de projectpartners 35% subsidie. Dit is € 262.500. Hier is sprake van een groot project.
- Bij een project van € 750.000 met meerdere projectpartners - inclusief een andere onafhankelijke onderneming én een kennisinstelling - ontvangen de projectpartners 45% subsidie.
Met deze subsidie willen we zowel grote als kleine projecten mogelijk maken. Ook kleinere projecten kunnen onderscheidend en van grote waarde zijn voor de regio. Daarom is de ondergrens van de Tender Valorisatie verlaagd van € 100.000 naar € 50.000. We willen voorkomen dat het volledige subsidiebudget aan grote projecten wordt toegekend. Daarom is er een apart budget voor kleine projecten.
Het uitwerken van een volledig projectvoorstel kost de nodige tijd en energie. Daarom hebben we besloten om het aanvraagproces te laten verlopen in twee fasen. Een voortraject met een projectvoorstel in twee pagina’s (‘two-pager’) en een subsidieaanvraag met een uitgewerkt projectplan.
Fase 1- het voortraject: projectvoorstel in 2 pagina’s (‘two-pager’)
De ‘two-pager’ bestaat uit:
- Een korte projectbeschrijving, inclusief koppeling met één of meer transities;
- Een beschrijving van de impact van het project op de regio Noord-Nederland;
- Een beschrijving van de rol dat het project heeft in de strategische ontwikkeling van de betrokken bedrijven.
Op basis van deze ‘two-pager’ krijg je een vrijblijvende reflectie. Deze reflectie geeft je een beeld van de kans van slagen van je project. Ook kun je tips krijgen over de verbinding met andere partijen en het vergroten van de impact van je project op de regio.
Fase 2 – de subsidieaanvraag: een uitgewerkt projectplan
In deze fase werk je de volledig projectaanvraag uit op basis van de vereisten en (verplichte) beschikbare formats. Met de reflectie kun je je aanvraag verbeteren en verder vormgeven. De subsidieaanvraag dien je in via het EFRO-webportaal.
Ja, deze subsidieregeling zal vaker terugkomen. Het is nog niet bekend of de volgende openstelling in precies dezelfde vorm zal zijn. Met deze subsidie willen we namelijk zoveel mogelijk verschillende partijen ondersteunen die met hun project inspelen op de vier transities. Het kan zijn dat we bij een volgende ronde ander voorwaarden, eisen en verplichtingen stellen.
Voorwaarden
Het standaard subsidiepercentage is 25% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen. Dit percentage wordt verhoogd in de volgende situaties:
- 10% verhoging (totaal 35%) wanneer er wordt samengewerkt met een andere onafhankelijke onderneming of een kennisinstelling;
- 20% verhoging (totaal 45%) wanneer er wordt samengewerkt met een andere onafhankelijke onderneming en een kennisinstelling.
Er gelden voorwaarden voor de kostenverdeling voordat er sprake is van samenwerking. Deze zijn als volgt:
- Om als samenwerkingsverband met ondernemingen in aanmerking te komen voor verhoging van het subsidiepercentage, mag geen van de ondernemingen meer dan 70% van de kosten die in aanmerking komen voor subsidie, voor haar rekening nemen. Ook moet ten minste één van de samenwerkende ondernemingen behoren tot het mkb.
- Een samenwerkingsverband met (een) kennisinstelling(en) komt alleen in aanmerking voor verhoging van het subsidiepercentage wanneer de kennisinstelling(en) ten minste 10% van de kosten die in aanmerking komen voor de subsidie draagt/dragen. Ook moet/moeten deze kennisinstelling(en) het recht hebben eigen onderzoeksresultaten te publiceren.
- Projectpartners zijn onafhankelijk van elkaar samenwerkende partijen die een aantoonbaar belang hebben bij het project. Zij mogen geen partnerondernemingen van elkaar zijn of met elkaar verbonden zijn.
Een tender is een procedure waarbij de subsidie aan de hand van een rangschikking wordt verdeeld. Ingediende projecten krijgen punten op basis van een vooraf opgesteld beoordelingskader. Het project met het hoogste aantal punten ontvangt als eerste subsidie, daarna het project met het een-na-hoogste aantal punten, totdat het budget op is.
Projectpartners zijn onafhankelijk van elkaar samenwerkende partijen die een aantoonbaar belang hebben bij het project. Let op: deze partijen mogen geen partnerondernemingen van elkaar zijn of met elkaar verbonden zijn.
Een partneronderneming bezit, alleen of samen met één of meer verbonden partijen, minimaal 25% en maximaal 50% van de aandelen of stemrechten van een andere onderneming of is voor minimaal 25% en maximaal 50% in bezit van een andere onderneming. Ook hier geldt dat dit alleen of samen met meer verbonden ondernemingen kan zijn.
De drempel van minimaal 25% geldt niet wanneer dat percentage in handen is van:
- openbare participatiemaatschappijen*;
- risicokapitaalmaatschappijen*;
- personen die regelmatig risicokapitaal beleggen;
- universiteiten of onderzoekscentra zonder winstoogmerk;
- institutionele beleggers (inclusief regionale ontwikkelingsfondsen).
Dit is op voorwaarde dat deze niet als verbonden onderneming wordt beschouwd.
*Een participatie- of risicokapitaalmaatschappij is een onderneming die specifiek als doelstelling heeft: het nemen van participaties en deelnemingen in andere ondernemingen en eventueel het al dan niet deelnemen aan het bestuur van die ondernemingen. Op het moment dat de participatiemaatschappij meer dan 50% van de aandelen heeft, verandert dit. Dan heeft de participatiemaatschappij in principe overheersende zeggenschap. In dit geval wordt de participatiemaatschappij een ‘verbonden onderneming’.
Een onderneming zien we als een verbonden onderneming wanneer sprake is van overheersende zeggenschap over de andere onderneming(en). Als de ene onderneming overheersende zeggenschap heeft over een andere onderneming zien we beide ondernemingen als één onderneming.
Er is sprake van overheersende zeggenschap in de volgende situaties:
a. één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;
b. één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
c. één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming.
d. één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.Ondernemingen die via één of meer andere ondernemingen één van de hierboven genoemde situaties verbonden zijn, worden ook als één onderneming beschouwd.
Meer informatie over verbonden ondernemingen vind je in artikel 3 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV).
De looptijd is maximaal 3 jaar vanaf het moment dat de verleningsbeschikking wordt afgegeven. De verleningsbeschikking is de brief met het besluit op je aanvraag.
Voorbereiding
Nee, het is niet verplicht om een projectvoorstel in te dienen.
Wij adviseren je wel om van deze mogelijkheid gebruik te maken. Het budget voor deze subsidieregeling is namelijk beperkt. Met het indienen van een projectvoorstel krijg je een vrijblijvende reflectie op je projectidee. Zo kun je een inschatting maken wat de slagingskans van je subsidieaanvraag is. Daarnaast kun je de feedback gebruiken om je projectidee nog beter te maken en je slagingskans te vergroten. Uiteindelijk kies je zelf of je hier gebruik van wilt maken.
Ja, het maximaal aantal woorden is het uitgangspunt.
De kosten die je maakt moeten een logisch verband hebben met de doelstellingen van je project. Voorbeelden van kosten die in aanmerking komen voor subsidie zijn:
- Uren die je maakt om een prototype te bouwen
- Materiaalkosten voor de bouw van het prototype
- Inhuur van een externe expert voor het uitvoeren van prototype-testen
Houd er rekening mee dat je voor deze kosten nog geen verplichtingen mag zijn aangegaan voordat je de aanvraag hebt ingediend.
Nee, dat is niet verplicht bij de aanvraag.
Nee, het is niet verplicht om offertes mee te sturen bij je aanvraag.
Ja dat mag! Deze subsidie is in de basis bedoeld voor mkb’ers in Noord-Nederland. Maar ook andere partijen – van binnen én buiten de regio – mogen meedoen en een aanvraag indienen. Het gaat uiteindelijk om de impact die in Noord-Nederland gemaakt wordt. Als er partijen van buiten Noord-NL een aanvraag indienen dient dit wel goed te worden uitgelegd.
Ja dat mag! Deze subsidie is in de basis bedoeld voor mkb’ers in Noord-Nederland. Maar ook andere partijen – van binnen én buiten de regio – mogen meedoen en een aanvraag indienen. Het gaat uiteindelijk om de impact die in Noord-Nederland gemaakt wordt. Als er partijen van buiten Noord-Nederland een aanvraag indienen moet dit wel goed worden uitgelegd.
Nee, dit heeft in de basis geen invloed op het subsidiepercentage. Wil je in aanmerking komen voor een hoger subsidiepercentage? Dan moeten de samenwerkingspartners aan dezelfde voorwaarden voldoen als een regionale samenwerkingspartner.
Samenwerking vinden we heel belangrijk, vaak wordt dan gedacht aan hogescholen en universiteiten. Samenwerken met een mbo-instelling is ook van toegevoegde waarde. Mbo-instellingen kunnen een mooie rol hebben in dit soort projecten. We zien dat graag. Deze samenwerking kan gewaardeerd worden met een hoger puntenaantal.
Je komt alleen in aanmerking voor 10% extra subsidie als je samenwerkt met een kennisinstelling, dus een hogeschool of universiteit. Een mbo-instelling is geen kennisinstelling. Een samenwerking met een mbo-instelling leidt dus niet tot een hoger subsidiepercentage.
Subsidie aanvraag
Jouw aanvraag is compleet als je alle verplichte documenten hebt toegevoegd aan je aanvraag. De verplichte documenten voor deze openstelling zijn:
- Projectplan (volledig ingevuld, in het juiste format, niet meer dan het maximaal toegestaan aantal pagina’s);
- Begroting (volledig ingevuld, in het juiste format);
- Bewijs rechtsgeldig getekend penvoerder (getekend door een tekenbevoegd persoon (of personen bij gezamenlijke bevoegdheid));
- Bewijsvoering waaruit te herleiden is wie tekenbevoegd is.
- Bewijs rechtsgeldig getekend projectpartner (indien van toepassing, voor alle projectpartners, getekend door een tekenbevoegd persoon (of personen bij gezamenlijke bevoegdheid));
- Bewijsvoering waaruit te herleiden is wie tekenbevoegd is.
- Mkb-verklaring voor alle projectpartners die hebben aangegeven tot het mkb te behoren;
- Verklaring (niet) in financiële moeilijkheden van alle deelnemende partijen.
Let op! Alleen complete aanvragen worden in behandeling genomen. Het is niet mogelijk om na de sluitingsdatum van de Tender één of meer verplichte documenten aan te leveren of te herstellen. Lever daarom alle gevraagde en verplichte documenten op de juiste manier aan.
De kleine projecten ontvangen een reflectie vanuit het SNN en de drie noordelijke provincies. De Deskundigencommissie verzorgt de reflectie voor de grote projecten.
De subsidieregeling wordt uitgevoerd in de vorm van een Tender. Dit betekent dat de projecten met de hoogste score op alle projectonderdelen samen als eerste subsidie krijgen. Projecten die samenwerken met andere partijen zullen op dit onderdeel hoger scoren ten opzichte van partijen die niet samenwerken. Uiteindelijk gaat het om de impact die een project maakt. Individuele projecten kunnen ook een grote maatschappelijke impact maken en daarmee een hoge score behalen.
Voor de ‘Tender Valorisatie 2022’ geldt een ondergrens van 70 punten. Als een project minder punten scoort draagt deze onvoldoende bij aan de doelen van de ‘Tender Valorisatie 2022’. Het project komt daarmee niet in aanmerking voor de subsidie.
Je maakt zelf de keuze om wel of niet door te gaan met je projectaanvraag naar fase 2. Heb je een reflectie ontvangen die niet positief is? Dan is het misschien beter voor je project om een aanvraag in te dienen bij een volgende ronde óf andere subsidieregeling. In de tussentijd kun je je projectplan aanpassen en verbeteren.
Behandeling aanvraag
Jouw projectplan in twee pagina's, de ‘two-pager’, voor een klein project wordt beoordeeld door het SNN en de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. Na de beoordeling ontvang je van ons een vrijblijvende reflectie op je projectplan. Deze reflectie geeft je een beeld van de kans van slagen van je project. Ook kun je tips krijgen over de verbinding met andere partijen en het vergroten van de impact van je project op de regio.
Jouw projectplan in twee pagina's, de ‘two-pager’, voor een groot project wordt beoordeeld door de Deskundigencommissie EFRO. Na de beoordeling ontvang je een vrijblijvende reflectie op je projectplan. Deze reflectie geeft je een beeld van de kans van slagen van je project. Ook kun je tips krijgen over de verbinding met andere partijen en het vergroten van de impact van je project op de regio.
Na het indienen van je aanvraag sturen wij jouw aanvraag door naar de Deskundigencommissie EFRO. De Deskundigencommissie beoordeelt alle aanvragen die wij voor deze subsidie ontvangen. Heb je een aanvraag ingediend voor een klein project? Dan hoor je uiterlijk in december van ons of de Deskundigencommissie jouw aanvraag positief of negatief heeft beoordeeld. Heb je een aanvraag ingediend voor een groot project? De beoordeling van de grote projecten maken wij uiterlijk in januari bekend.
Bij een positieve beoordeling gaan wij verder met de behandeling van je aanvraag. Dit betekent dat wij nog een technische toets uitvoeren. Tijdens de technische toets controleren wij of jouw project financieel en economisch uitvoerbaar is. Ook controleren wij of het project past binnen de verschillende juridische vereisten, zoals staatssteun en of de begrote kosten passen binnen de geldende regelgeving. Tijdens deze controle stellen we (mogelijk) aanvullende vragen over het project via het EFRO-Webportal. Samen maken we afspraken om deze toets zo snel mogelijk af te ronden.
Heeft jouw project niet voldoende punten gescoord? Dan ontvang je van ons een brief waarin we jouw aanvraag afwijzen. In deze brief vind je ook de volledige beoordeling van de Deskundigencommissie.
Na ontvangst van de verleningsbeschikking kun je eenvoudig via het webportaal een werkvoorschot van 30% aanvragen. Voor het aanvragen van het werkvoorschot heb je ter verificatie van je rekeningnummer een kopie van je bankafschrift nodig.
De Deskundigencommissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Zij adviseren het SNN over de toekenning van de subsidie. Dit doen zij op basis van de landelijk afgesproken selectiecriteria uit het beoordelingskader:
- De bijdrage van het project aan de doelstellingen van het Programma EFRO 2021-2027 Noord-Nederland en de openstelling & de bijdrage van het project aan maatschappelijke impact en duurzame ontwikkeling;
- Het financieel en economisch toekomstperspectief van het project;
- De innovativiteit van het project;
- De kwaliteit van de aanvraag.
De projecten worden gerangschikt op basis van dit beoordelingskader. Dit betekent dat het project met de hoogste score als eerste subsidie ontvangt, daarna het project met de een-na-hoogste score, totdat het budget op is. Ook geldt een ondergrens van 70 punten. Projecten die minder dan 70 punten scoren, komen niet in aanmerking voor subsidie. Deze projecten dragen onvoldoende bij aan de doelstellingen van het subsidieprogramma.